Ingrediënten:

Deeg:

• 500 gram tarwebloem

• 50 gram fijne kristalsuiker

• 50 gram margarine of boter

• 250 ml melk op kamertemperatuur

• 10 gram zout

• 1 zakje droge gist

• 1 theelepel kaneel

• 1 ei

Bruine suiker-kaneel mengsel:

• 250 gram donkerbruine basterdsuiker

• 1 eetlepel kaneel

Bereidingswijze:

- Meng in de mengkom van een keukenmachine de tarwebloem, melk, boter, kristalsuiker, gist, ei, kaneel en zout door elkaar en kneed gedurende 15 – 20 minuten.

- Maak een bol en laat deze op een warme plaats gedurende 1 uur rijzen.

- Verdeel het deeg over 10 bolletjes, rol deze door het suiker-kaneelmengsel en laat 10 min rusten.

- Rol de bolletjes door het suiker-kaneelmengsel uit tot strengen van ca. 20 cm.

- Rol vervolgens de strengen verder door het suiker-kaneelmengsel tot een lengte van ca. 30 cm. De suiker moet plakkerig worden.

- Rol de streng op tot een bolus en vouw het einde van de streng onder de bolus en leg deze op een bakplaat voorzien van bakpapier.

- Dek de bakplaat af met huishoudfolie en plaats deze gedurende een half uur boven de gootsteen gevuld met een laag warm water om te rijzen. Deze vochtige omgeving is essentieel voor het rijsproces.

- Verwarm de oven voor op 200°C.

- Haal de folie van de bakplaat en plaats deze halverwege in de oven (onderkant niet afdrogen), plaats een schaal met kokend water in de oven en bak de bolussen in 8 min af. 

- Haal de bakplaat direct uit de oven en keer de plaat om op een nieuw vel bakpapier en verwijder de bovenlaag. Deze zit onder de gesmolten suiker en kan evt.  over de bolussen gesmeerd worden waardoor deze nog smakelijker worden.

- Laat de bolussen afkoelen en bewaar luchtdicht buiten de koelkast.

Tip:

Warm zijn de bolussen op zijn lekkerst.

Als de bolussen wat langer liggen zijn ze lekker met wat (room)boter op de beetzijde.